Augusta Peaux werd op 2 november 1859 te Simonshaven (Geervliet) geboren. Augusta was vernoemd naar haar tante Augusta Guerdina Peaux (1832-1858). Haar vader, ds. Pieter Peaux (1835 Etten-Leur - 1914 Nijmegen), was beroepen predikant te Simonshaven en Biert (de ene week predikte hij in Simonshaven en de andere week in Biert, van 6 februari 1859 tot 11 oktober 1868), predikant te Etten(-Leur) waar hij zijn vader Rein Peaux opvolgde die daar van 1830 tot 11 oktober 1868 predikant was, en stond tot 1875), daarna predikant te Beverwijk (vanaf 1883). Ook haar grootvader was predikant, net als zijn vader en diens vader. De vader van de laatste, haar betovergrootvader dus, Pierre Peaux (1740-1801), kwam vanuit Frankrijk naar Nederland, was wijnkoopman (‘Negotie In Wijn En Brandewijn’) en steenfabrikant, was Raad In De Vroedschap en is diaken in de kerk te Harlingen geweest.
van de KNAW site:
De kinderen Peaux brachten veel tijd door in de natuur en Augusta speelde er met de even oude Jacques Perk, de latere dichter. Het domineesgezin nam in de overwegend katholieke omgeving een bijzondere positie in en de twee meisjes kregen er huisonderwijs van uit Holland afkomstige juffrouwen.
Vanaf 1873 ging Augusta in Dordrecht naar de mms – waarschijnlijk zat ze in een kosthuis. Toen Augusta’s vader in 1875, naar verluidt om gezondheidsredenen, tijdelijk het predikambt neerlegde, verhuisde het gezin naar Haarlem. Daar maakte Augusta haar mms af en behaalde ze in 1879 de lo-akte Frans. Erna bezocht ze er de kunstnijverheidsschool – ze kon goed tekenen. In 1881 ging vader Peaux in Wijk aan Zee weer aan het werk als predikant en in 1896 gaf hij gehoor aan een beroep uit Gulpen en Valkenburg. Augusta verhuisde steeds mee. Ze hielp haar zus Johanna, die zich al vanaf 1892 aan de literatuur wijdde, bij de vertaling van gedichten."
Augusta had twee broers en een zus: Jan Reinhard Peaux (1862 Simonshaven - 1932 Den Haag); Johanna Reinhardina Peaux (Johanna) (1864 Simonshaven - 1933 Oosterbeek) - zij was ook schrijfster en dichteres; Rein Peaux (1866 Simonshaven - 1932 Ginneken) en Pierre Etienne Peaux (1869 Etten-Leur - 1961 Den Haag). Augusta Peaux overleed in Nijmegen op 23 februari 1944. Het is volgens een officiële lijst van oorlogsslachtoffers niet bekend of zij overleed door het geallieerde bombardement de dag tevoren op Nijmegen, maar de familie liet in een overlijdensadvertentie in Het Vaderland van 24 februari 1944 weten dat Augusta was overleden “na een langdurig ziekbed”. Ook volgens Het Rotterdamsch Nieuwsblad van 25 februari 1944 overleed zij “na een langdurige ziekte”. Ze had nooit een beroep en is nooit getrouwd.
Evenals Jacques Perk en de door haar bewonderde Hélèna Swarth behoorde zij tot de Tachtigers. Zij was echter minder bekend dan Perk en Swarth, hoewel de laatste haar werk wel kon waarderen.
Augusta Peaux blonk uit in fijnzinnige, impressionistische landschapsschilderingen waaraan zij een sombere, melancholische ondertoon wist te geven. Haar eerste (proza)boek Op goudgrond verscheen in 1899. Later publiceerde zij de bundels Gedichten (1918) en Nieuwe gedichten (1926).
Verder is een aantal van haar gedichten, o.a. Eenzaam kerkhof, in bloemlezingen verschenen. Augusta Peaux overleed op 23 februari 1944 te Nijmegen, alwaar zij op het kerkhof Rustoord begraven werd.
van de KNAW site:
De kinderen Peaux brachten veel tijd door in de natuur en Augusta speelde er met de even oude Jacques Perk, de latere dichter. Het domineesgezin nam in de overwegend katholieke omgeving een bijzondere positie in en de twee meisjes kregen er huisonderwijs van uit Holland afkomstige juffrouwen.
Vanaf 1873 ging Augusta in Dordrecht naar de mms – waarschijnlijk zat ze in een kosthuis. Toen Augusta’s vader in 1875, naar verluidt om gezondheidsredenen, tijdelijk het predikambt neerlegde, verhuisde het gezin naar Haarlem. Daar maakte Augusta haar mms af en behaalde ze in 1879 de lo-akte Frans. Erna bezocht ze er de kunstnijverheidsschool – ze kon goed tekenen. In 1881 ging vader Peaux in Wijk aan Zee weer aan het werk als predikant en in 1896 gaf hij gehoor aan een beroep uit Gulpen en Valkenburg. Augusta verhuisde steeds mee. Ze hielp haar zus Johanna, die zich al vanaf 1892 aan de literatuur wijdde, bij de vertaling van gedichten."
Augusta had twee broers en een zus: Jan Reinhard Peaux (1862 Simonshaven - 1932 Den Haag); Johanna Reinhardina Peaux (Johanna) (1864 Simonshaven - 1933 Oosterbeek) - zij was ook schrijfster en dichteres; Rein Peaux (1866 Simonshaven - 1932 Ginneken) en Pierre Etienne Peaux (1869 Etten-Leur - 1961 Den Haag). Augusta Peaux overleed in Nijmegen op 23 februari 1944. Het is volgens een officiële lijst van oorlogsslachtoffers niet bekend of zij overleed door het geallieerde bombardement de dag tevoren op Nijmegen, maar de familie liet in een overlijdensadvertentie in Het Vaderland van 24 februari 1944 weten dat Augusta was overleden “na een langdurig ziekbed”. Ook volgens Het Rotterdamsch Nieuwsblad van 25 februari 1944 overleed zij “na een langdurige ziekte”. Ze had nooit een beroep en is nooit getrouwd.
Evenals Jacques Perk en de door haar bewonderde Hélèna Swarth behoorde zij tot de Tachtigers. Zij was echter minder bekend dan Perk en Swarth, hoewel de laatste haar werk wel kon waarderen.
Augusta Peaux blonk uit in fijnzinnige, impressionistische landschapsschilderingen waaraan zij een sombere, melancholische ondertoon wist te geven. Haar eerste (proza)boek Op goudgrond verscheen in 1899. Later publiceerde zij de bundels Gedichten (1918) en Nieuwe gedichten (1926).
Verder is een aantal van haar gedichten, o.a. Eenzaam kerkhof, in bloemlezingen verschenen. Augusta Peaux overleed op 23 februari 1944 te Nijmegen, alwaar zij op het kerkhof Rustoord begraven werd.
Willem Kloos schreef over haar: ‘Mej. Peaux' werk zal ongetwijfeld blijven leven bij allen, die in de toekomende tijden wezenlijk eenig benul kunnen hebben van dichtkunst en poëzie.’ Dat was dus niet zo. Ze is nagenoeg vergeten. Wim tipt de heruitgave van ‘De wilgen, de velden, het water’ van Augusta Peaux
Zie hier de uitzending van VPRO Boeken over de heruitgave
Zie hier de uitzending van VPRO Boeken over de heruitgave
Willem Kloos over de bundel Gedichten uitgegeven 1918
"Mejuffrouw Peaux is een tot dusver weinig opgemerkte, want niet veel schrijvende en ook, voor zoover ik weet, nog nooit gebundeld hebbende dichteres, die men tot de generatie van '80 rekenen kan. Want toen ik eens, zooals vaak gebeurde, met Jacques Perk over den toestand onzer toenmalige literatuur sprak, en mijn spijt te kennen gaf, dat er heelemaal geen andere jonge talenten, behalve wij tweeën, schenen te wezen, viel hij mij plotseling in de rede, en zei: ‘dat moet je niet denken, want onlangs heb ik heel bijzondere verzen gelezen van een juffrouw Augusta Peaux.’ Ik hoorde dat toen aan, en wou hem gaarne gelooven, maar de waarheid zijner woorden kon ik toch niet bevestigd zien door de werkelijkheid zelve, want in de maandschriften, die ik onder oogen kreeg, op het Amsterdamsche Leesmuseum, trof ik, toen en later, nooit een vers-van-haar aan. En zoo is, een heelen langen tijd, de letterkundige figuur van Mejuffrouw Augusta Peaux een naam voor mij gebleven, waar ik eens gunstig over had hooren praten, maar toch geen enkele nadere letterkundige bepaling aan toe te voegen wist. Maar nu ligt haar bundel voor mij, en, tot mijn genoegen, kan ik ronduit verklaren, dat hij door zijn oorspronkelijkheid, zijn eigen visie en zijn persoonlijk accent waarlijk verdient gerekend te worden tot de laag der eerste Tachtigers en dus zelfs naast Jacques Perk gelegd, een respectabel figuur blijft slaan." |
|
|
|
Sedert jaren woont de dichteres in de oude keizerstad aan de Waal, het schoone Nijmegen, prachtverschijning voor wien het ziet van verre…en daar was het dat zij vele nieuwe gedichten schreef (Joannes Reddingius, Augusta Peaux, Groot Nederland jrg. 23, dl.II, 1925, pp 169-185)